MS-onderzoek

Onderzoek naar de genen bij MS

De genen zijn belangrijk bij het ontstaan van MS. Maar eigenlijk weten we er nog veel te weinig over. Daarom doen wetenschappers meer onderzoek naar de genen en erfelijkheid bij MS.

In het kort

  • Er is niet 1 speciaal gen dat MS veroorzaakt. Wetenschappers denken wel dat de genen belangrijk zijn bij MS.
  • Meer dan 230 genen komen vaker voor bij mensen met MS dan bij mensen zonder MS. Hoe meer genen iemand hiervan heeft, hoe groter de kans op MS is.
  • Onderzoekers kunnen de genen niet veranderen. Maar als ze meer leren over de genen, begrijpen ze beter waarom sommige mensen MS krijgen.
  • Een kind kan geboren worden met aanleg voor MS. Maar als een ouder MS heeft, betekent dit niet dat een kind ook automatisch MS krijgt. 

Genen die de kans op MS groter maken

Er is niet 1 speciaal gen dat MS, multiple sclerose, veroorzaakt. Maar wetenschappers denken wel dat de genen belangrijk zijn bij MS. Ieder lichaam heeft meer dan 20.000 genen. Minstens 230 hiervan zijn belangrijk bij MS. Dit zijn genen die vaker voorkomen bij mensen met MS dan bij mensen zonder MS. Wetenschappers denken dat deze genen invloed hebben op de werking van het afweersysteem in het bloed en de hersenen. De genen zijn dus een risicofactor. Dit is iets wat de kans op MS groter maakt. Hoe meer MS-genen iemand heeft, hoe groter de kans is dat iemand echt MS krijgt. 

Waarom onderzoek naar de genen bij MS?

Het is niet mogelijk om iemands genen te veranderen. Ook als we weten dat iemand veel MS-genen heeft, is daar dus niets aan te doen. Toch willen onderzoekers meer leren over de genen bij MS. Meer kennis zorgt er namelijk voor dat we beter begrijpen waarom sommige mensen de ziekte wel krijgen en anderen niet. En in de toekomst helpt het bij het vinden van betere behandelingen voor iedereen met MS. Een medicijn of behandeling kan bijvoorbeeld bij het ene gen goed werken en bij een ander gen niet. 

Genen en het verloop van MS

De genen zeggen niet alleen iets over wie meer kans heeft om MS te krijgen. Wetenschappers doen ook onderzoek naar de genen en het verloop van de ziekte. Ze denken dat bepaalde genen ervoor zorgen dat iemands gezondheid sneller achteruitgaat. Bij sommige genen gaat het verloop van MS juist heel langzaam. Als onderzoekers hier meer over ontdekken, kunnen ze de ziekte beter voorspellen. Dit kan de onzekerheid bij iemand met MS minder maken. En uiteindelijk zorgen voor betere behandelingen per persoon. 

Onderzoek naar erfelijkheid

De genen zeggen ook veel over de erfelijkheid van een ziekte. Wetenschappers denken door onderzoek dat MS niet erfelijk is. Als een ouder MS heeft, betekent dit niet dat een kind ook automatisch MS krijgt. Maar een kind kan wel geboren worden met de aanleg voor MS. Dit komt door de genen die ouders doorgeven aan hun kinderen. We weten dat in sommige families meerdere mensen MS hebben. Zij hebben vaak allemaal 1 of meer dezelfde MS-genen. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat een kind van iemand met MS meer kans heeft de ziekte ook te krijgen: 2 tot 4%. Dat geldt ook voor broers of zussen van iemand met MS. Als de ziekte niet in de familie zit, is die kans veel kleiner: ongeveer 0,1%. 

Meer risicofactoren bij MS

De genen bij MS bepalen niet alles. De ziekte ontstaat niet alleen door de genen, blijkt uit onderzoek. Of iemand MS krijgt, ligt dus aan meerdere dingen. Ook de omgeving waarin iemand opgroeit, leefstijl en virussen kunnen belangrijk zijn bij het ontstaan van MS. > Meer over onderzoek naar de oorzaken en risicofactoren

Artikel met medewerking van:

  • dr. Eva Strijbis - neuroloog, Amsterdam UMC

Experts dragen bij aan betrouwbare informatie op MS.nl.
Lees meer over hoe we als redactie keuzes maken.

Laatst bijgewerkt op: 23 januari 2024

Lees meer over Onderzoek naar oorzaken en risicofactoren

Volgend artikel