Fampridine (Fampyra) bij MS

Voor wie? 

Fampridine is een medicijn voor volwassenen met MS, multiple sclerose, die problemen bij het lopen ervaren. Voordat je begint met fampridine doe je een looptest, ook wel de EDSS genoemd. De score van de EDSS moet ten minste 4.0 zijn. Bij deze score heb je veel moeite met lopen, maar ben je nog wel in staat om 500 meter aan één stuk door te lopen zonder steun. Om te kijken of het werkt, herhaal je de looptest 2 tot 4 weken na de start met het medicijn. Fampridine werkt bij ongeveer 1 op de 3 gebruikers. 

Hoe werkt fampridine? 

Bij MS is de beschermlaag rondom de zenuwen aangetast. Daardoor worden de elektrische signalen vanuit de hersenen minder goed doorgegeven aan de rest van het lichaam. Fampridine zorgt ervoor dat signalen vanuit de hersenen beter aankomen bij de spieren. Het medicijn werkt direct en tijdelijk. Zodra je stopt met fampridine is het behandeleffect gelijk weg. 

Hoe gebruik je fampridine? 

Fampridine is een tablet die je 2 keer per dag neemt. Daar moet ongeveer 12 uur tussen zitten. Je slikt de tablet in zijn geheel door, zonder te kauwen. Neem de tablet op een lege maag, dus 30 minuten voor het eten of 2 uur erna.  

Bijwerkingen van fampridine 

De meest voorkomende bijwerking van fampridine is blaasontsteking. Heel soms komen de volgende bijwerkingen voor: 

• griep en verkoudheid 
• duizeligheid of evenwichtsproblemen 
• hoofdpijn 

Deze bijwerkingen treden niet vaak op en de meeste daarvan gaan vanzelf weer over. Heb je veel last van bijwerkingen of maak je je zorgen? Bespreek dit dan met de MS-verpleegkundige. 

Zwangerschap en borstvoeding met fampridine 

Mogelijk is fampridine schadelijk voor een ongeboren kind. Bespreek het daarom met de arts of verpleegkundige als je zwanger bent of wilt worden. Samen kunnen jullie bespreken wat de gevolgen zijn voor de baby als je doorgaat met het gebruik van fampridine. En wat de gevolgen voor jou zijn als je stopt met het medicijn. Het is niet bekend of fampridine in de moedermelk komt en of het slecht is voor de baby. Bespreek het daarom met de arts of verpleegkundige als je borstvoeding wilt geven.