Wat hebben PCOS, testosteron en MS met elkaar te maken?

In het kort

• Vrouwen hebben een groter risico om MS te krijgen. Dit komt misschien door hormonen.
• Het  polycysteusovariumsyndroom (PCOS) is een aandoening die bij vrouwen voorkomt. Mensen met PCOS hebben meer testosteron. Onderzoekers denken dat deze aandoening mogelijk de kans op MS beïnvloedt.
• Met deze studiegroep van ruim 1,3 miljoen Zweedse vrouwen hopen de onderzoekers het verband tussen PCOS, testosteron en MS beter te begrijpen.
• De onderzoekers vonden geen bewijs dat PCOS het risico op MS bij vrouwen verkleint.

Spelen hormonen een rol?

Vrouwen hebben een groter risico om multiple sclerose, MS, te krijgen dan mannen. Dit heeft waarschijnlijk te maken met hormonen. Zo hebben verhoogde waardes van testosteron, een mannelijk hormoon, mogelijk invloed op het risico om MS te ontwikkelen. 

Wat was het doel van de studie?

Het doel van deze studie was om te onderzoeken of vrouwen met meer testosteron een kleinere kans hebben om MS te krijgen. Hiervoor onderzochten de landelijke Zweedse registratie van medische gegevens. Hierin staan gegevens van 1,3 miljoen vrouwen die zijn geboren in Zweden. De onderzoekers bekeken de gegevens van vrouwen met het polycysteusovariumsyndroom, oftewel PCOS. Dit is een aandoening waarbij de eierstokken te veel mannelijke hormonen maken. Vrouwen met PCOS hebben meer testosteron in hun lichaam dan vrouwen zonder PCOS.

Wat zijn de resultaten?

• 0,3% van de vrouwen had PCOS en MS.
• 0,3% van de vrouwen had geen PCOS, maar wel MS.
• Na aanpassing voor geboortejaar en voor obesitas blijkt dat er geen link is tussen PCOS en de kans op MS.
• Uit genetisch onderzoek bleek dat de hoeveelheid testosteron bij vrouwen de kans op MS niet vergroot.
• Het genetisch onderzoek liet zien dat genen voor MS en testosteron dicht bij elkaar zitten op het erfelijk materiaal.

Wat is de conclusie?

De onderzoekers vonden geen bewijs dat PCOS, dat zorgt voor verhoogde waardes van testosteron, zorgt voor een kleiner risico op MS bij vrouwen. Mogelijk speelt het vrouwelijke hormoon, oestrogeen, hier een belangrijkere rol in. Bepaalde plekken op het DNA zijn betrokken bij het risico op MS en de aanmaak van testosteron. Er is meer onderzoek nodig om te begrijpen wat het verband is tussen hormonen en MS. Ook is er meer onderzoek nodig bij mensen met een niet-Europeaanse afkomst.