In het kort 

  • Onderzoekers vermoeden dat er een samenwerking bestaat tussen het humaan herpesvirus 6A (HHV-6A) en het Epstein-Barrvirus (EBV) in het ontstaan van MS.  
  • De resultaten van deze studie tonen aan dat de combinatie van hoge antistoffen voor HHV-6A en EBV in het bloed het risico op MS verhoogt.  

  • Dit is voornamelijk bij mensen ouder dan 25 jaar.  

Zweedse biobank  

Wetenschappers onderzochten het bloed van 670 mensen met MS en 670 mensen zonder MS (controlepersonen). Ze zochten naar antistoffen tegen alle menselijke herpesvirussen. Het afweersysteem maakt deze antistoffen aan na besmetting met een virus of na een vaccinatie. Zo herkent het lichaam het virus en kan het virus makkelijker worden bestreden. De meeste mensen worden als kind besmet met HHV-6A. Een besmetting met EBV, een ander herpesvirus, gebeurt meestal ook al in de kindertijd. 

HHP-6A en EBV 

Een combinatie van hoge antistoffen voor HHV-6A en EBV werd vooral waargenomen in de groep deelnemers die ouder waren dan 25 jaar. Mensen met een hoog aantal antistoffen voor beide virussen hadden een 6,7 keer hogere kans op het ontwikkelen van MS. Mogelijk wakkert een infectie met HHV-6A een nieuwe opvlamming van EBV aan.  

Herpesvirus en de kans op MS 

Een infectie met een herpesvirus alleen is waarschijnlijk niet genoeg om MS te ontwikkelen. Genen, omgeving en leefstijl dragen ook bij aan het ontwikkelen van MS. Meer onderzoek is nodig om viruscombinaties beter te begrijpen.  

Laatst bijgewerkt door redactie op: 9 juli 2024