Medicijnen vertragen de achteruitgang door MS ook bij jongeren
Medicijnen voor MS vertragen bij volwassenen met RRMS bewezen de achteruitgang van de gezondheid. Maar bij jongeren met MS was de werking van deze medicijnen nog niet duidelijk. Dit onderzoek laat zien dat sterke MS-medicijnen ook bij jongeren voor minder beperkingen op latere leeftijd zorgden.
Onderzoeksinformatie
In het kort
- Onderzoekers wilden weten hoe goed sterke MS-medicijnen bij jongeren met RRMS werken om beperking door MS te vertragen.
- De onderzoekers verzamelden gegevens over de mate van beperking.
- Als jongeren met weinig beperking de sterke MS-medicijnen kregen, bleek het risico op meer beperkingen het laagst.
Wat was het belangrijkste doel van de studie?
Het belangrijkste doel was om de invloed van medicijnen op de ontwikkeling van MS, multiple sclerose, te begrijpen.
Welke gegevens hebben de onderzoekers gebruikt?
Gegevens voor dit onderzoek kwamen van de internationale MSBase. Hierin staat informatie van mensen met MS van 151 instellingen uit 41 landen. Ook gebruikten de onderzoekers gegevens uit een apart Italiaans register. Italië heeft gegevens van mensen met MS uit 178 MS-instellingen geleverd. De onderzoekers zochten de gegevens uit van jongeren die voor hun 18e levensjaar de diagnose RRMS, relapsing remitting MS, hebben gekregen. In totaal onderzochten ze de gegevens van zo'n 5000 jongeren.
Fasen van beperking
De onderzoekers verdeelden de beperking in verschillende fasen. Hierbij keken ze naar de EDSS-score. Dit is een maat om de beperking door MS te bepalen. Ze keken hoe snel jongeren in de volgende fase van beperking, ofwel invaliditeit, kwamen. De fasen van beperking waren in dit onderzoek:
- minimale invaliditeit (EDSS scores 0, 1,0 en 1,5)
- lichte invaliditeit (EDSS scores 2,0 en 2,5)
- matige invaliditeit (EDSS scores 3,0 en 3,5)
- loopbeperking (EDSS scores ≥4-0)
- secundaire progressieve multiple sclerose
Om de invloed van medicatie op invaliditeit te kunnen beoordelen vergeleken de onderzoekers 3 soorten behandelingen met elkaar:
- behandeling met sterke medicijnen (alemtuzumab, cladribine, daclizumab, fingolimod, mitoxantrone, natalizumab, ocrelizumab, rituximab, of autologe hematopoëtische stamceltransplantatie)
- behandeling met minder sterke medicijnen (dimethylfumaraat, glatirameeracetaat, interferon-bèta of teriflunomide)
- geen medicijnen
Wat zagen de wetenschappers?
Als jongeren met een minimale invaliditeit een sterk medicijn gebruikten, bleekt het risico op meer lichamelijke beperkingen het laagst. Dit is vergeleken met jongeren die geen medicatie kregen. Maar het voordeel van sterke medicijnen wordt minder als er meer lichamelijke beperkingen zijn.
Jongeren met een minimale beperking die een minder sterk medicijn gebruikten, hebben een kleinere kans om naar de fase van lichte invaliditeit over te gaan. Dit was in tegenstelling tot jonge mensen die niet behandeld werden.
Samenvattend
Jongeren met RRMS die behandeld worden met een effectief medicijn, hadden een kleiner risico op meer beperkingen. Deze risicovermindering is het meest duidelijk bij jongeren met minimale of milde beperkingen op het moment dat de behandeling begint.
Het onderzoeksteam denkt dat jongeren met RRMS het beste al in een vroege fase van de ziekte met sterke MS-medicatie behandeld kunnen worden. Al voordat ze beperkingen ontwikkelen. Zo blijft hun neurologische toestand het beste.
De redactie selecteert wetenschappelijke artikelen over MS-onderzoek samen met ervaringsdeskundigen en inhoudelijke experts, en vertaalt de resultaten naar goedlopende artikelen. > Meer over Onderzoek op MS.nl
Laatst bijgewerkt door redactie op: 13 november 2024