Het Zorginstituut Nederland stelt voor dat mantelzorgers een grotere taak krijgen in de langdurige zorg voor mensen met een ziekte of handicap. Bijvoorbeeld familie en vrienden. Dit staat in hun rapport: Passende langdurige zorg – van zelfredzaam naar samenredzaam. Het Zorginstituut adviseert om de Wet langdurige zorg (Wlz) hiervoor aan te passen.
Meer verantwoordelijkheid voor mantelzorgers
De groep mensen die langdurige zorg nodig heeft groeit. In deze groep zitten veel mensen met MS. Ondertussen is er steeds minder zorgpersoneel. Hierdoor raken zorgprofessionals overbelast, verliezen ze werkplezier en stoppen sommigen met werken in de zorg. Volgens het Zorginstituut kan dit probleem deels worden opgelost door meer verantwoordelijkheid aan mantelzorgers te geven.
De huidige regels maakt het moeilijk om mantelzorgers en professionele zorgverleners goed samen te laten werken. Het Zorginstituut vindt dat de Wlz moet worden aangepast, zodat mantelzorgers meer kunnen doen. Hierdoor is professionele zorg minder snel nodig.
Nog geen hulp met geld
Op sommige plekken in het land gaat deze samenwerking al goed. Om dit landelijk te laten werken, moet de wet worden gewijzigd. Of er moeten nieuwe afspraken komen. Op dit moment kan geen geld worden gegeven aan niet-professionele zorg. Het Zorginstituut wil dat provincies en gemeenten samen met mensen ideeën kunnen ontwikkelen om de zorg betaalbaar en toegankelijk te houden.
Chris Schouten is directeur van de MS Vereniging Nederland en onderstreept het belang van goede afspraken voor mantelzorgers: "Mantelzorg is een onmisbare deel in de totale zorg. Zonder mantelzorg zouden de wachtlijsten voor allerlei vormen van zorg enorm groeien. Daarom moeten wij als samenleving de mantelzorger koesteren en ondersteunen.’
Meer over mantelzorg
Onlangs is de nieuwe editie van het tijdschrift MenSen uitgekomen. Dit is het ledenblad van MS Vereniging Nederland. Deze editie staat helemaal in het teken van mantelzorg. Wil jij deze uitgave ontvangen? Dat kan als je lid wordt van de MS Vereniging.