In een nieuwe studie onderzochten Smolders en zijn collega's stofjes in het lichaam van mensen met RRMS en PPMS. Ook weefsel uit het lichaam van overleden mensen met MS werd onderzocht. Zulke stofjes en weefsels die iets zeggen over de ziekte heten biomarkers.
Uit het onderzoek bleek dat de biomarkers van mensen met RRMS en met PPMS niet zoveel van elkaar verschillen. Biologisch gezien lijken deze vormen van MS dus veel op elkaar. Wel konden de onderzoekers aan de biomarkers zien of er ontstekingen waren. En of zenuwen beschadigd waren.
Als verschillende vormen van MS biologisch hetzelfde zijn, is het dan nog wel slim om deze vormen op andere manieren te behandelen? Volgens Smolders is het beter om naar MS als geheel te kijken. ‘Met biomarkers kunnen we MS-aanvallen en geleidelijke achteruitgang beter van elkaar onderscheiden. Op die manier kunnen we biomarkers mogelijk gebruiken om de behandeling beter aan te passen aan de persoon met MS.’
> Lees meer over dit onderzoek naar biomarkers op MS.nl.