Gedicht; Rouw
Er was een tijd van pure vreugde en dromen,
waar ik zweefde op de wind, met vertrouwen in mijn hart.
De lucht leek kraakhelder, vol liefde en beloften,
maar stormen braken los en namen alles wat ik had.
De wegen waren bedekt met mist en vage sporen;
het pad dat ik bewandelde lag in as en vervlogen tijd.
Ik zocht naar iets om vast te houden, maar voelde me verloren,
als een vervaagde herinnering; ik was mezelf kwijt.
De deining kwam en ging, als golven op de zee.
De horizon strekte zich ver uit; de koers bleef onbekend.
Maar langzaamaan klaarde de hemel op en
dreef ik weer met de stroming mee,
op weg naar een nieuwe versie van mezelf die ik nog niet ken.
© Liefs Jojo