Het effect van cognitieve therapie verschilt tussen mensen met MS. Nederlandse hersenonderzoekers hebben met behulp van hersenscans onderzocht of de uitkomst van cognitieve therapie voorspeld kan worden.
De onderzoekers maakten gebruik van MEG-scans, oftewel magneto-encefalografie. Dit is een methode waarmee hersenactiviteit in kaart kan worden gebracht. De onderzoekers ontdekten onder andere dat hersenactiviteit verschilt tussen mensen met MS met en zonder cognitieve klachten.
Een Franse groep heeft onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van de ziekte bij mensen met multiple sclerose die stoppen met MS-remmers. Ze vergeleken 2 groepen van 154 mensen die natalizumab, ocrelizumab, rituximab of fingolimod gebruikten. In de ene groep zaten mensen die stopten met hun medicatie, de personen in de andere groep gebruikten hun medicatie zoals altijd.
Wetenschappers hebben onderzocht hoe keuzes van mannen en vrouwen met MS over hun behandeling verschillen van elkaar. De onderzoekers zagen meerdere verschillen tussen mannen en vrouwen.
Wetenschappers hebben met gegevens van over de hele wereld onderzoek gedaan naar de invloed van MS-medicijnen op beperking bij jongeren. Uit dit onderzoek komt naar voren dat MS-remmende medicijnen niet alleen bij volwassenen, maar ook bij jongeren de achteruitgang kunnen vertragen.
Een onderzoeksteam uit Duitsland keek naar de link tussen ontstekingsachtige darmziekten en MS.